Eindopdracht 3d vis les

Voorbereiding	Basisplan: Elke leerling maakt een 3D crea vis en die worden samen op gezet en vormen een 3D vijver. Doelen: Aan het einde van de les kunnen de leerlingen laten zien hoe ze kunnen werken met de diverse technieken zoals papier marche, acryl verf, vernis en tijdschriften.	Opdracht randvoorwaarden: Minimaal gebruik van 5 kleuren. Toepassen van 3 verschillende technieken met in ieder geval verf en papier marche, derde is voor eigen inbreng. Beeldend doel: Aan het einde van de les hebben de leerlingen een 3D vis gecreëerd. Technisch doel: Aan het einde van de les kunnen de leerlingen werken met papier marche, acryl verf en vernis. Gedurende de les leren de leerlingen de eigen fantasie te gebruiken.
Receptie/orientatie	Introduceren: Voorlezen prentenboek ‘mooiste vis van de zee’. Informeren: Afbeelding als inspiratie laten zien. Informeren over het uiteindelijke project dat alle vissen samengevoegd worden en worden opgezet zodat we een 3D vijver creëren. Instrueren: Allereerst gaan de leerlingen aan de slag met papier marche. Hiermee maken ze het lijf van de vis. De vinnen worden er later aangemaakt. De leerkracht laat een voorbeeld zien en geeft aan waar de leerlingen op moeten letten. Gebruik veel lijm. Elk groepje dient voldoende materiaal te krijgen om vissenlijven te kunnen maken. Elke leerling kan een andere vorm lichaam creëren. Daarna laten drogen. Bij de tweede les gaan de leerlingen verven. Leerlingen mogen ook allerlei attributen meenemen, zoals bijvoorbeeld een oude zonnebril, haarspeldje etc. Die kunnen ze gebruiken voor de vis.	Beeldcultuur: We laten van tevoren de afbeelding van de vissen laten zien. Andere werk van vissen. Eventueel een schilderij. Beeldaspecten: Kleurgebruik: alle kleuren van de regenboog. Vorm: 3D. diverse lichaamsvormen van de vis. Materiaal: papier, verf, papier marche en diverse gekozen materialen die de leerlingen zelf anders zouden weggooien, dus afval. Voorbeelden: oude knopen, oude kettingen, oude kralen, oude zonnebril.
Reflectie/nabeschouwing	Beoordelen: De leerlingen beoordelen elkaar in duo’s voordat de vijver gevormd wordt. De leerlingen doen dit in duo’s en geven elkaar een top en een tip. Later worden ze beoordeeld door de leerkracht aan de hand van de beoordelingsmatrix. Dit gebeurt nadat de vijver gevormd is. Het eindresultaat telt ook mee.	Beoordelingsmatrix (bijlage)

Beoordelingsmatrix  opdracht: “De vijver ”  

criterium	onvoldoende	voldoende	Goed	score
Gebruik van technieken max. 25 punten	5 pnt Gebruik van minder dan 3 technieken	15 pnt Gebruik van 3 technieken	25 pnt Meer dan 3 technieken gebruik.
Herkenbare vis max. 25 punten	5 pnt Er is geen vis in te herkennen,	15 pnt De vorm van een vis komt duidelijk naar voren en is een standaard vorm. Gebruik van 2 vinnen.	25 pnt De vorm van een vis komt duidelijk naar voren. Er is gebruik gemaakt van meerdere vinnen en diverse vormen vinnen. De vorm mag afwijken van de standaard visvorm.
Materiaal gebruik. max. 25 punten	5 pnt Er zijn geen extra materialen gebruikt. Er is geverfd en daar is het bij gebleven.	15  pnt Er is één bijzonder materiaal gebruikt, zoals een zonnebril, een tasje, een armbandje, etc.	25 pnt Er is gebruik gemaakt van diverse soorten materialen en verrassende details. Er zijn meerdere soorten opvallende wegwerp bezittingen gebruikt.
Feedback. max. 25 punten	5 pnt Er is geen feedback gegeven.	15 pnt Er is en matige feedback gegeven met korte zinnen.	25 pnt Er is zowel een tip als een top gegeven met een argumentatie waarom die feedback is gegeven.

                                                                                                                                                                     Totaalscore:100

Kindertekeningen

Portret groep 6

Schematisch stadium & begin realisme.

Wessel heeft een tekening gemaakt van zijn klasgenoot. De opdracht was om een ander kind na te tekenen. In deze tekening is er duidelijk afgesneden. Alleen het hoofd en de schouders zijn getekend. In het gezicht overlapt het haar het gezicht. In deze tekening is geen verhaal te herkennen, wel zijn er decoratieve patronen te zien. Tijdens de opdracht heeft Wessel gebruik gemaakt van een heldere opbouw. Hij begon met de uitlijning, en ging later de details invullen. Er zijn ook een aantal geometrische vormen te zien en dan met name cirkelvormen. Er zijn geen rijke details te vinden.

-          Functionele kleuren: Het kind heeft gebruikt gemaakt van de kleuren die passen bij de werkelijkheid. Het haar is zwart want het nagetekende kind heeft ook zwart haar.

-          Gesloten cirkelvorm: het hoofd is een ronde cirkel. De ogen zijn ronde kleine cirkeltjes.

-          Centraal perspectief: Het hoofd bevi

ndt zich in het midden van het blaadje. Het staat centraal in het midden van de tekening.

Hand van Fatima groep 7

Begin van realisme en pseudo realistisch stadium

De opdracht was om jouw eigen hand om te trekken en bij elke vinger iets van jezelf op te schrijven, namelijk je angst, lievelingseten, waar je een hekel aan hebt, wat je zou willen zijn/kunnen en waar je goed in bent. En in het midden teken je je eigen oog.

Er is een realistische weergave van het object (het oog en de hand), er is aandacht besteed aan de constructie van het oog, er is geen sprake van ruimtelijkheid wel is het oog overdreven weergegeven.

Er is sprake van terugkerende patronen en eigen hobby’s en interesses zijn opgeschreven.

-          Objectkleur: Het oog in het midden van de hand heeft dezelfde kleur als de kleur van de ogen van het kind.

-          Eerst ordening: Wanneer het blad wordt omgedraaid klopt de tekening niet meer.

-          Centrale compositie: Het oog is in het midden van de hand getekend.

Bloemetjes en de bijtjes groep ½

Pre-schematisch

De bloemen en de bij zijn schematisch getekend, in de bloemen is ook herhaling te zien. De bij heeft een apart hoofd en is dus geen koppoter, maar wel een kopbuikpoter. Lotte heeft wel aparte kleuren gebruikt in de bloemen en er is dus niet altijd sprake van objectkleur. Er is ook een duidelijke grondlijn gekleurd, namelijk het gras. De bloemen en de bij zijn in delen opgebouwd en je kunt ook goed de contourlijnen zien.

-          Kopbuikpoter: Het kind heeft een hoofd en een buik getekend. Aan de buik zitten de vleugels (poten).

-          Lijnen: Het kind gebruikt lijnen om de details weer te geven (stelen bloemen, mond, lijnen van de bij (geel/zwart)).

-          Grootteverschil: er is geen sprake van grote verschil omdat de bij in vergelijking met de bloemen heel groot is. Over het algemeen in de bij in werkelijkheid veel kleiner dan bloemen.

-          Grondlijn: Het kind heeft een grondlijn getekend door golven te tekenen met een groen potlood. Dit geeft het gras aan. Vanaf deze lijn werkt het kind. 

Pinguïn van klei

 Dit is mijn vogel, het is een pinguïn en de verassing is dat deze pinguïn een buidelzak heeft met.... nog een pinguïn! Gemaakt door middel van klei die je voorzichtig op moest blazen. Ik ben erg benieuwd naar het eindresultaat als hij in de oven is geweest!

8 vragen voor de bovenbouw

Startvragen

-          Heb jij deze dieren wel een een keer gezien? (open antwoord)

-          Doet het je ergens aan denken? (open antwoord)

Onderzoeksvragen

-          Wat gebeurt er in deze afbeelding?

-          Welke kleuren overheersen? (bruin, geel, blauw)

Analysevragen

-          Waarom zou de giraffe zo groot in beeld zijn? (om de aandacht te trekken)

-          Wat is belangrijk in deze afbeelding? (de zebra, leeuw en nijlpaard lijken bang en de giraffe kijkt ergens naar en trekt de aandacht)

Speculatieve vragen:

-          Wat zou hierna gebeurd kunnen zijn? (open antwoord)

-          Wat zou je willen veranderen en waarom? (open antwoord)