Schematisch stadium & begin realisme.
Wessel heeft een tekening gemaakt van zijn klasgenoot. De
opdracht was om een ander kind na te tekenen. In deze tekening is er duidelijk
afgesneden. Alleen het hoofd en de schouders zijn getekend. In het gezicht
overlapt het haar het gezicht. In deze tekening is geen verhaal te herkennen,
wel zijn er decoratieve patronen te zien. Tijdens de opdracht heeft Wessel
gebruik gemaakt van een heldere opbouw. Hij begon met de uitlijning, en ging
later de details invullen. Er zijn ook een aantal geometrische vormen te zien
en dan met name cirkelvormen. Er zijn geen rijke details te vinden.
-
Functionele
kleuren: Het kind heeft gebruikt gemaakt van de kleuren die passen bij de
werkelijkheid. Het haar is zwart want het nagetekende kind heeft ook zwart
haar.
-
Gesloten
cirkelvorm: het hoofd is een ronde cirkel. De ogen zijn ronde kleine
cirkeltjes.
-
Centraal
perspectief: Het hoofd bevi
ndt zich in het midden van het blaadje. Het staat centraal in het midden van de tekening.
Hand van Fatima groep 7
Begin van realisme en pseudo realistisch stadium
De opdracht was om jouw eigen hand om te trekken en bij
elke vinger iets van jezelf op te schrijven, namelijk je angst, lievelingseten,
waar je een hekel aan hebt, wat je zou willen zijn/kunnen en waar je goed in
bent. En in het midden teken je je eigen oog.
Er is een realistische weergave van het object (het oog
en de hand), er is aandacht besteed aan de constructie van het oog, er is geen
sprake van ruimtelijkheid wel is het oog overdreven weergegeven.
Er is sprake van terugkerende patronen en eigen hobby’s
en interesses zijn opgeschreven.
-
Objectkleur:
Het oog in het midden van de hand heeft dezelfde kleur als de kleur van de ogen
van het kind.
-
Eerst
ordening: Wanneer het blad wordt omgedraaid klopt de tekening niet meer.
-
Centrale
compositie: Het oog is in het midden van de hand getekend.
Bloemetjes en de bijtjes groep ½
De bloemen en de bij zijn schematisch getekend, in de
bloemen is ook herhaling te zien. De bij heeft een apart hoofd en is dus geen
koppoter, maar wel een kopbuikpoter. Lotte heeft wel aparte kleuren gebruikt in
de bloemen en er is dus niet altijd sprake van objectkleur. Er is ook een
duidelijke grondlijn gekleurd, namelijk het gras. De bloemen en de bij zijn in
delen opgebouwd en je kunt ook goed de contourlijnen zien.
-
Kopbuikpoter:
Het kind heeft een hoofd en een buik getekend. Aan de buik zitten de vleugels
(poten).
-
Lijnen:
Het kind gebruikt lijnen om de details weer te geven (stelen bloemen, mond,
lijnen van de bij (geel/zwart)).
-
Grootteverschil:
er is geen sprake van grote verschil omdat de bij in vergelijking met de
bloemen heel groot is. Over het algemeen in de bij in werkelijkheid veel
kleiner dan bloemen.
-
Grondlijn:
Het kind heeft een grondlijn getekend door golven te tekenen met een groen
potlood. Dit geeft het gras aan. Vanaf deze lijn werkt het kind.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten